Controle over harigheid
Insecten nemen minder snel een hapje uit een harige plant. Niet alleen veranderen de bladeren van planten met veel haren, ook wel trichomen genoemd, in een hindernisbaan. In deze hindernisbaan ligt ook nog eens vol met chemische mijnen. Die verspreiden een plakkerig en dodelijk goedje wanneer een insect ze laat afgaan. Op dit alles zit een insect niet te wachten en blijft weg, precies wat de plant wil.
Dit maakt het voor veredelaar en boeren interessant om harige gewassen te telen. Die behoeven immers minder maatregelen tegen plaag insecten. Helaas hebben veel gewassen hun harig uiterlijk met de loop van de tijd verloren. Onderzoekers zijn dus naarstig opzoek naar hoe planten voor meer trichomen zorgen.
In een nieuwe studie genaamd ‘The SlGRAS9-SlMYC1 regulatory module controls glandular trichome formation and modulates resilience to pest in tomato’, onderzoeken Franse en Chinese onderzoekers welke genen precies de bepalen hoeveel haartjes geladen met zo’n chemische mijn er komen.
Met GRAS9 minder haren
Het eerste wat de onderzoekers deden was bestuderen welke gen regulators aanstonden in trichomen van tomatenplanten. Een stak er met kop en schouders bovenuit: GRAS9. Om er zeker van te zijn dat GRAS9 inderdaad de hoeveelheid trichomen aanstuurt, analyseerde de onderzoekers de hoeveelheid GRAS9 in 4 planten met veel trichomen en in 4 planten met bijna geen trichomen. Vooral in de planten die bijna geen trichomen hadden was er veel GRAS9 aanwezig.

Dit suggereert dat GRAS9 de vorming van trichomen tegengaat. Om dit te bevestigen creëerde de onderzoekers planten zonder GRAS9. Deze planten veel hariger. Ook bleken deze planten meer lading voor de chemische mijnen te produceren. Maar GRAS9 leek de genen hiervoor niet direct aan te sturen.
Voor het vinden van de tussen persoon, of gen regulator in dit geval, doken de onderzoekers de literatuur in. In een eerder onderzoek was namelijk gebleken dat een van de genen die GRAS9 kan aansturen MYC1 is.
MYC1 voor harigheid
Om te bevestigen dat MYC1 inderdaad de schakel is die de onderzoekers zochten keken de onderzoekers eerst of MYC1 aanwezig was in de trichomen van GRAS9 loze planten. Dit bleek het geval te zijn. Daarop creëerde de onderzoekers planten zonder of juist met meer MYC1. Planten met meer MYC1 waren net zoals GRAS9 loze planten hariger met meer chemische mijnen. Maar was MYC1 afwezig in de plant, dan waren er ook geen trichomen. Ook kruiste de onderzoekers planten zonder GRAS9 met planten zonder MYC1. De nakomelingen van deze planten leken heel erg op planten die alleen MYC1 miste. MYC1 was dus inderdaad de gezochte schakel.
De grote vraag van dit alles is natuurlijk of meer trichomen ook voor minder plaag insecten zorgen. Hiervoor stelde de onderzoekers de planten bloot aan bladluizen en spintmijten. Planten zonder GRAS9 of meer MYC1 waren minder beschadigd door bladluizen als spintmijten. Dit in tegenstelling tot planten zonder MYC1 die waren juist meer beschadigd.
GRAS9 controleert dus samen met MYC1 hoeveel trichomen er op een plant aanwezig zijn. Dit maakt ze interessante doelwitten voor veredelaars. Omdat harige planten beter resistent zijn tegen plaag insecten.
Literatuur
Shi, Y., Wang, Y., Pan, Y., Deng, C., Zeng, T., Su, D., Lu, W., Lin, Y., Han, J., Deng, W., Wu, S., Liu, Y., Li, N., Li, J., Dong, B., Abid, G., Bouzayen, M., Pirrello, J., Li, Z. and Huang, B. (2025), The SlGRAS9-SlMYC1 regulatory module controls glandular trichome formation and modulates resilience to pest in tomato. Plant J, 122: e70183. https://doi.org/10.1111/tpj.70183

One thought on “Controle over harigheid”